Sint-Sebastiaansgilde is compleetste boogschuttersclub

“Totale renovatie van ons gebouw is beloofd”

 

OOSTENDE – De Sint-Sebastiaansgilde is een vereniging waar de elegantie van boogschieten samenkomt met het tijdloze streven naar precisie, kunstzinnigheid en een bloeiende gemeenschap. “Eens je eraan begint, geraak je daar nog heel moeilijk vanaf. De microbe blijft.”

In de Sint-Sebastiaansgilde Oostende is ’s winters op doel schieten een van de hoofdtakken. In de zomer of vanaf dat het weer het toelaat gaat men outdoor. “Daar zijn er verschillende mogelijkheden, “opent hoofdman Marc Vandepoele. “3D is bijvoorbeeld schieten op dieren vervaardigd in kunststof. Telkens op een bepaalde afstand. 2D is dan weer mikken op afbeeldingen van dieren. Bij het fieldschieten dienen de deelnemers een parcours af te leggen, waar doelen op een onbekende afstand staan, tussen de 5 en 50 meter. Dit is uiteraard in wedstrijdvorm.”

De geschiedenis van de boogschuttersgilde is niet gemakkelijk te achterhalen. Tot eind  van de 16de eeuw zijn er weinig geschriften bewaard gebleven. Veel informatie ging verloren. Ook toen het Oostendse stadsarchief in mei 1940 in vlammen opging. De Sint-Sebastiaansgilde was onder andere decennia lang gehuisvest in de Sint-Sebastiaanstraat, binnen de oude stad. Er buiten was dit later in de Hazegraswijk, nabij de oesterbank, nu Vives, en aan Petit Paris.

De huidige locatie – een driehoekig terrein in een groene omgeving met centraal de opgestelde staande wip is omringd door linden, tussen de Leffinge-, Boogschutters- en Koninginnelaan – is sinds 1892 in pacht gegeven door Leopold II. In 1911 volgde de inhuldiging van het gebouw, een alleenstaand laag schutterslokaal met zeven traveeën onder een zadeldak. “We huren onze accommodatie van de Koninklijke schenking. Onze pech is echter dat het een oud gebouw is, zonder isolatie en de verwarming gebeurt met oude gaskachels.”

Het gebouw staat bij wijze van spreken nu zo’n veertig jaar te verloederen. “We zijn ondertussen wel tot een overeenkomst gekomen. Normaal gezien komt er vanaf dit jaar een totale renovatie van het ganse gebouw. Dit is aan ons beloofd en het zit in een stroomversnelling” klinkt de hoofdman enthousiast. Het raamwerk, met enkel glas, en de deuren zijn sowieso aan vernieuwing toe. “Tijdens de voorbije energiecrisis kregen we op een gegeven moment een factuur van 11.000 euro. Als vereniging moesten we dit toch maar ophoesten. Dankzij de leden die ons financieel  hebben gesteund is dit gelukt. Er zijn voor de renovatie nu reeds bepaalde bedragen uitgetrokken. De werkzaamheden zouden in vijf fasen gebeuren. Ik schat dat het ongeveer vijf jaar zal duren.”  

Het boogschieten is een disciplinaire sport. Het vergt van de schutter veel oefening en geduld. “Vreemd is het misschien wel, maar sedert corona is ons ledenaantal twee en een half keer groter geworden. De mensen gingen dan wellicht op zoek naar iets dat ze buiten konden beoefenen. Tien procent van ons ledenaantal is jeugd en ook de vrouwen zijn goed vertegenwoordigd.” Uiteraard doen ook zij mee aan wedstrijden tegen andere schuttersverenigingen. Zo was er onlangs het open provinciaal kampioenschap indoor op doel schieten in Brugge. Een soort criterium in vijf verschillende clubs in West-Vlaanderen, waar de drie beste individuele resultaten van belang waren. “Daar komen ieder jaar meer en meer schutters op af. De manches waren naast Oostende en Brugge, in Izegem, Ingelmunster, Ieper en Bredene, maar zij zegden dit jaar wegens omstandigheden af”, weet de hoofdman.

Je hebt voor het boogschieten goed materiaal nodig, volgens jouw kracht. Je moet je goed focussen. Concentratie is heel belangrijk. Er zijn in deze olympische sport overigens veel veranderingen gekomen. “Sowieso is er een enorme evolutie merkbaar in het materiaal. In het verleden was alles zeer authentiek. Nu is alles zo gesofisticeerd geworden, van gewone tot compoundbogen of die met wielen eraan. Waarbij je hard de boog dient open te trekken, maar dat katrollensysteem zorgt ervoor dat dit vrij gemakkelijk gaat. Je voelt bijna niet dat je een boog in je hand hebt”, aldus Vandepoele. “De snelheid van die pijlen is tevens veel hoger dan bij een authentieke boog. Verder is er het vizier en de stabilisatie op de bogen.”  

De hoofdman weet waarover hij praat. Marc zal in november vijftig jaar het boogschieten beoefenen. “Het vormt ondertussen een groot deel van mijn leven. En er is vooral het sociale aspect. Een praatje onder kameraden bij een goed glaasje maakt het nog gezelliger.” (ACR)

Marc.vandepoele@gmail.com

 OUD       

NIEUW